Er gaat momenteel een strijdkreet rond onder wetenschappers en experts, als reactie op een voorstel van de Europese Commissie om de bescherming van de grijze wolf te verminderen.
Ian Convery is hoogleraar milieu en maatschappij aan de Universiteit van Cumbria; Steve Carver is hoogleraar rewilding en wilderniswetenschap aan de Universiteit van Leeds; Jessica Fallon is verbonden aan de CEM Rewilding Thematic Group van de International Union for Conservation of Nature.
Voor wetenschappers is de voorgestelde ‘downlisting’ voorbarig en gebrekkig. Het wijst op een noodzaak om de integriteit van het Europese besluitvormingsproces in twijfel te trekken en te vragen: "zou een angst voor roofdieren, een aangeboren behoefte aan menselijke controle en een vraag naar vrijheid om te doen wat men wil dit kunnen aandrijven?"
Zoals het er nu voorstaat, mist het EU-voorstel een voldoende wetenschappelijke basis en lijkt het meer te worden aangestuurd door politieke redenen dan door deugdelijke ecologische gegevens. Hoewel de EU toenemende sociaal-economische uitdagingen, met name schade aan vee, aanhaalt als rechtvaardiging, is er sinds 2022 geen noemenswaardige toename van dergelijke schade.
De huidige strenge bescherming staat het doden van wolven al toe om ernstige schade of veiligheidsrisico's te voorkomen, en er is geen wetenschappelijk bewijs dat suggereert dat downlisting sociaal-economische conflicten zal verlichten. In feite kan downlisting bestaande conflicten verergeren, omdat het waarschijnlijk is dat diepere sociale verdeeldheid, niet alleen schade aan vee, de echte drijfveren van het debat zijn, en het is onwaarschijnlijk dat deze conflicten worden opgelost door downlisting.
Twee wetenschappelijke verklaringen pleiten momenteel tegen deze beslissing. De ene legt het gebrek aan gegevens bloot vanuit een soort-specifiek perspectief, de andere belicht de zaak vanuit een breder ecologisch perspectief. Beide illustreren het onvermogen om naar het grotere geheel te kijken en de bijbehorende negatieve implicaties voor het bereiken van ecologisch herstel.
In de verklaring van het Large Carnivore Initiative for Europe worden ook de belangrijke factoren benadrukt waarom het voorgestelde besluit zou moeten worden verworpen.
Door de grijze wolven in Europa op een lagere lijst te zetten, wordt uiteindelijk benadrukt hoe ver het politieke systeem, de beleidsvorming en de culturele mentaliteit nog verwijderd zijn van het overwinnen van de gecombineerde dreiging van biodiversiteitsverlies en klimaatverandering.
De situatie met betrekking tot wolvenpopulaties is niet wezenlijk veranderd sinds het Zwitserse voorstel uit 2022 om de wolf te downlisten (op basis van een gebrek aan bewijs). Het huidige voorstel van de EU is gebaseerd op hetzelfde rapport dat in 2022 als onvoldoende werd beschouwd, evenals een rapport uit 2023 dat slechts marginaal hogere wolvenaantallen laat zien. De eigen argumenten van de EU tegen het Zwitserse voorstel uit 2022 zijn nog steeds geldig, maar ze stellen nu precies dezelfde downlisting voor.
Het voorstel houdt ook geen rekening met de noodzaak van een gestandaardiseerd, op wetenschap gebaseerd raamwerk voor het op de lijst zetten, downlisten en delisten van soorten, om ervoor te zorgen dat beslissingen transparant zijn en de invloed van politiek en lobbyen tot een minimum wordt beperkt. Een generieke continentale downlisting negeert de specifieke beschermingsbehoeften van afzonderlijke wolvenpopulaties en hun verband met sociaaleconomische omstandigheden.
Bovendien moeten de implicaties van Bijlage III (Conventie van Bern) en Bijlage V (Habitatrichtlijn) voor een controversiële soort als de wolf verduidelijkt worden.
Het is cruciaal dat downlisting de omvang, het bereik en de connectiviteit van wolvenpopulaties niet vermindert. Succesvol behoud van grote carnivoren is afhankelijk van zinvolle en afdwingbare beheersplanning op alle schaalniveaus, van lokale tot grensoverschrijdende populaties.
Europees beleid
Europees beleid heeft als eerste interventies ingezet die gericht zijn op het terugdraaien van biodiversiteitsverlies, het herstellen van ecosystemen en het bevorderen van de coexistentie van mens en dier. Wolven zijn hierbij onlosmakelijk verbonden en hun positieve populatiegroei is een succes op het gebied van natuurbehoud dat gevierd moet worden.
Er zijn maar weinig plekken die onaangetast zijn gebleven door menselijke invloed, of het nu gaat om landbouw die landschappen transformeert, bosbouwpraktijken die ecosystemen veranderen of industriële activiteiten die bijdragen aan habitatdegradatie. Bovendien dringt het alomtegenwoordige probleem van microplastics en vervuiling zelfs door tot de meest afgelegen gebieden, wat gevolgen heeft voor wilde dieren en ecosystemen.
Deze elementen benadrukken de diepe onderlinge verbondenheid tussen menselijke activiteiten en de natuurlijke wereld. Ze illustreren dat onze acties het fragiele evenwicht in de wilde natuur kunnen schaden of juist kunnen helpen behouden.
Het is de hoogste tijd dat we het samenleven met de natuur omarmen en begrip en harmonie kweken voor wat sommigen zien als de uitdagingen van het samenleven met wilde dieren, vooral grote roofdieren zoals wolven.
In plaats van ze als bedreigingen te zien, moeten we erkennen dat deze dieren een essentiële rol spelen in onze ecosystemen. Door ons perspectief te verschuiven en gemeenschappelijke grond te vinden, kunnen we de voordelen van het delen van onze omgeving met diverse soorten waarderen en samen werken aan een duurzame toekomst.